In de periode 2017-2019 konden directeur-grootaandeelhouders (DGA’s) het pensioen in eigen beheer (PEB) omzetten in een financieel en fiscaal gunstige oudedagsverplichting (ODV). Tot die tijd was het voor ondernemers gebruikelijk om in de BV een pensioenpot te hebben, met een aantrekkelijke belastingbesparing tot gevolg. Niet iedere DGA ging in de BV daadwerkelijk sparen voor pensioen, regelmatig was er op pensioendatum geen of onvoldoende geld meer om een goede oudedag te hebben, vaak was dat voor die tijd al uitgegeven en boekhoudkundig verwerkt in de rekening-courant privé.
Voor de overheid was deze praktijk een belangrijke reden om in 2017 te besluiten tot uitfasering van actieve pensioenopbouw in eigen beheer. In dat jaar hebben veel DGA’s het pensioen in de BV met een aantrekkelijke korting afgekocht. Het gros van de DGA’s heeft gekozen voor omzetting in een relatief eenvoudige ODV. Een kleinere groep DGA’s heeft besloten om het in 2017 bevroren/premievrije pensioen in eigen beheer (PEB) ongewijzigd voort te zetten.
Op de balans van de BV wordt de langlopende ODV-schuld tot ingang AOW jaarlijks gecorrigeerd met het gemiddelde U-rendement. Uiterlijk binnen twee maanden na ingang AOW moet de BV deze ODV in een periode van twintig jaar uitkeren aan de DGA en bij overlijden aan de erfgenamen. Ieder jaar op de uitkeringsverjaardag wordt het bruto maandbedrag gecorrigeerd met het gemiddelde U-rendement.
Bent u accountant, belastingadviseur, heeft u een administratiekantoor in Drenthe en wilt u meer weten over een oudedagsverplichting?