Tientallen jaren mochten DGA’s pensioen in eigen beheer (PEB) opbouwen. Dat was financieel en fiscaal gunstig, het geld bleef in de zaak terwijl de boekhoudkundige reservering zorgde voor een aantrekkelijke belastingbesparing in de BV. Niet iedere DGA ging in de BV daadwerkelijk sparen voor pensioen, regelmatig was er op pensioendatum geen of onvoldoende geld meer om een goede oudedag te hebben, vaak was dat voor die tijd al uitgegeven en boekhoudkundig verwerkt in de rekening-courant privé.
Voor de overheid was deze praktijk een belangrijke reden om in 2017 te besluiten tot uitfasering van actieve pensioenopbouw in eigen beheer (PEB). In dat jaar hebben veel DGA’s het pensioen in de BV met een aantrekkelijke korting afgekocht. Het gros van de DGA’s heeft gekozen voor omzetting in een oudedagsverplichting (ODV). Een kleinere groep DGA’s heeft besloten om het in 2017 bevroren/premievrije pensioen ongewijzigd voort te zetten.
Op 12 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Financiën de Eerste Kamer geïnformeerd over de eindstand van de uitfaseringswetgeving. Iets meer dan 50.000 DGA’s hebben ervoor gekozen om het pensioen in eigen beheer (PEB) ongewijzigd voort te zetten.
DGA’s die nog niet gepensioneerd zijn hebben dus een bevroren/premievrij pensioen in de BV, gepensioneerde DGA’s krijgen van hun BV iedere maand een pensioen uitgekeerd. Dit betekent dat elk jaar op de fiscale balans en in de aangifte vennootschapsbelasting met een actuariële berekening de fiscale voorziening volgens wettelijke grondslagen moet worden vastgesteld. Bij deze levensverzekeringswiskundige rekenexercitie wordt o.a. rekening gehouden met de gemiddelde levensverwachting en tenminste 4% rekenrente.
Bij een commerciële actuariële berekening best estimate en/of dividendtoets spelen andere factoren nog een belangrijke rol, zoals kosten, indexatie, marktrente en leeftijdsterugstelling.
Bent u accountant, belastingadviseur, heeft u een administratiekantoor in Overijssel en wilt u meer weten over pensioen in eigen beheer?